Kinderen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar in de groep. Zo kunnen kinderen van elkaar leren. Ieder kind ervaart hoe het is om de jongste te zijn en hulp nodig te hebben, en hoe het is om de oudste te zijn en anderen te kunnen helpen. Een kind dat zich iets langzamer ontwikkelt, kan zelfvertrouwen opdoen door een jonger kind te helpen. Ook verdiepen kinderen hun kennis wanneer ze jongere kinderen helpen. Door te zien wat oudere kinderen doen, krijgt een kind dat zich juist wat sneller ontwikkelt uitdaging.
We hebben gekozen om combinaties te maken van twee leerjaren: groep 1-2, groep 3-4, groep 5-6 en groep 7-8.
Binnen het montessorionderwijs is het niet vanzelfsprekend dat een jaargroep acht basisschooljaren bij elkaar blijft. Aan het einde van elk schooljaar schuiven de oudste kinderen door naar een andere bouw. Op dat moment kijken we naar de best mogelijke leeromgeving voor ieder kind, waarbij welbevinden en betrokkenheid van doorslaggevende betekenis zijn. Bij de herverdeling van de groepen kijken we ook naar onderwijskundige, pedagogische en getalsmatige factoren.