Montessori: “Help mij het zelf te doen” en "Help mij denken"
Montessorionderwijs is een onderwijsconcept volgens de visie van Maria Montessori. Hierin leren kinderen eigen keuzes te maken om zelfstandig te werken en leren vanuit volledige motivatie.
Binnen montessorischolen kan gedeeltelijk gekozen worden in welke vakken het kind zich wilt verbeteren. Vaak werkt het kind zelfstandig aan individuele of groepsopdrachten. Daarnaast houdt het montessorionderwijsconcept in dat er kinderen van meerdere leerjaren in een groep gemixt worden om elkaar te helpen. Op deze manier hoort een kind een periode bij de jongsten en de oudsten.
Binnen het montessorionderwijs in ons kindcentrum ligt de regierol bij het kind. We noemen dat de lijn van het kind. Kinderen ontdekken zelf; "Ik kies, wat, waar, hoe en met wie ik wil leren."
De leerkracht heeft een begeleidende rol. We noemen dit de lijn van de leerkracht. Kinderen leren zelfstandig te werken en krijgen daar ruimte voor. De leerkracht geeft instructie bij de aangeboden leerdoelen, geeft lesjes en observeert. Kinderen krijgen ruimte om aan hun eigen leerdoelen te werken. Kinderen bepalen veelal zelf de volgorde van het werk en de manier waarop zij de lesstof verwerken. Zij werken daarbij met montessorimaterialen en andere ontwikkelingsmaterialen.
Achtergrond
De kern van het montessorionderwijs komt vanuit de grondlegger Maria Montessori en kan worden samengevat in de memorabele uitspraak: ‘help mij het zelf te doen’ en 'help mij denken'.
Deze uitspraak van Maria Montessori vat de grondbeginselen van het montessorionderwijs goed samen. De vrijheid van het individu en de invloed van een goede coach komen hierin samen. Uitgangspunt is dat een kind een natuurlijke, noodzakelijke drang tot zelfontplooiing heeft. Opvoeding en onderwijs spelen op die behoefte in door de juiste omgeving en materialen te bieden.
Montessori leefde van 1870 tot 1952 en was een Italiaanse arts en pedagoog. Haar methode baseerde zich op de gedachte dat een kind een natuurlijke drang tot zelfontwikkeling heeft. Opvoeding en onderwijs moeten inspelen op de behoeften van een kind door middel van de juiste omgeving en materialen. Volgens montessori is er een spontane belangstelling vanuit kinderen. De inhoud van deze belangstelling verschilt per kind en zorgt ervoor dat een kind voor een bepaalde periode interesse heeft in bepaalde leergebieden. In deze ‘gevoelige periode’ van het kind is deze in staat een bepaalde functie intensief te ontwikkelen. De taak van montessorionderwijs is om op deze periode een passende reactie te geven en het juiste materiaal aan te bieden.
Lesmateriaal
Leerlingen maken gebruik van speciaal ontwikkelde leermaterialen die afgestemd zijn op bepaalden fasen en leeftijden. In het begin gaat het om ontwikkelingsmateriaal, terwijl er later ook didactisch materiaal wordt toegevoegd. Verder wordt er onderscheid gemaakt tussen zintuiglijk materiaal (vooral geschikt voor de kleuterbouw), taal- en rekenmateriaal en materiaal voor het kosmische onderwijs. Aan het lesmateriaal zijn belangrijke eigenschappen te verbinden:
- Het materiaal geeft direct duidelijkheid over de fouten die een leerling gemaakt heeft. Hierdoor kan het kind zichzelf verbeteren en is er ruimte voor evaluatie.
- Het lesmateriaal is gemaakt van natuurlijke materialen.
- Binnen het materiaal staat er telkens één vaardigheid centraal.